Wegen
Een statige deur wordt voor me open geduwd. Schoorvoetend loop ik de lege zaal in. Rijen banken staren me aan, de eerste zijn ‘gereserveerd’. Ik ga op de eerste niet gereserveerde rij zitten en kijk voor me uit door de grote glazen pui. Het water in de vijver achter het glas spat op en de bomen zonder bladeren wuiven in de wind.
Je kijkt me aan vanaf een groot scherm, gehurkt zittend in hoog gras. Dezelfde foto die op jouw rouwkaart staat. Wat ging er door je heen toen je deze foto koos? Was je boos? Verdrietig? Gaf jouw humor ook hierbij luchtig commentaar?
Muziek draait. De deuren gaan open. Schuifelende voeten, een fluisterende stem. Als iedereen zit, staan we allen op. Jij komt binnen, liggend, gedragen op de schouders van zes van je dierbaren.
Ik zweet, het papier met programma plakt aan mijn handen. Ik heb allang gezien wanneer ik het woord moet nemen, maar toch kijk ik nog een keer. Mijn naam staat onveranderd op dezelfde plek.
Ik hoor anderen over jou spreken. Angela, geliefde, moeder, levensgenieter in de bloei van haar leven, een doener, dame met een mening. Het komt overeen met hoe ik jou heb leren kennen. Het stelt gerust, maar doet mijn hart niet minder bonken.
Ik weet waarom ik hier ben. Je vroeg het me, samen met je man Jeff, in wat bleek ons laatste gesprek te zijn. Je wilde dat jouw leven gevierd werd, ook de periode met ongeneeslijke kanker, de palliatieve fase. Een uitzonderlijk verzoek. Een verzoek dat ik nooit eerder kreeg. Past het een dokter wel dit te doen?
In deze laatste fase leerde je Saskia kennen. Ook moeder, ook patiënt, en ook overleden. Samen met Saskia spraken we elkaar gedurende twee jaar meerdere keren in Bardo. Palliatieve zorg bleek veel breder dan stervensbegeleiding, het was ook levensbegeleiding. Onze gesprekken waren voor mij het bewijs dat arts en patiënt elkaar als stervelingen kunnen ontmoeten en dat dit voor beiden verrijkend is. En dus zal ik bij uitzondering hier spreken, spreken over leven dat ook in de palliatieve fase centraal staat. Ik weet waarom ik hier ben.
De muziek verstilt. Ik loop naar voren en kijk een zaal vol onbekenden in. Mijn ogen richten zich op het papier voor me. Met hier en daar een verspreking vertel ik over de weg die je aflegde, hoe je daarin anderen deelgenoot maakte en kennis overdroeg. Als ik terug loop naar mijn plaats geef ik Jeff mijn verhaal op papier.
Aan het eind loopt een ieder aanwezig langs jouw kist, achterste rijen eerst. De zaal is, op familie na, leeg als ik voor je sta. Hier scheiden onze wegen. Jij blijft hier, ik moet verder. Weet dat ik je lessen niet zal vergeten. Ik zal ze koesteren. Je was een bijzondere leermeester. Het ga je goed.
Weer loop ik de deur door. Geroezemoes verwelkomt me. Net als de koffie.
Christiaan Rhodius, arts palliatieve geneeskunde, januari 2018
Dit blog is in samenspraak met nabestaanden tot stand gekomen.
Fotobron: Aia Fernandez/Two Roads Diverged in a Wood/CC BY-SA 2.0