Krulspelden
‘Hé jochie, wat leuk dat je even binnenloopt,’ zegt ze met een tandeloze mond. Haar kunstgebit is vlak voor opname in Bardo via ‘het closet’ in het riool beland. Haar gekleurde krulspelden steken fel af tegen het grijze haar en bleke gezicht. Gezien haar ziekte ook niet verwonderlijk, haar lichaam maakt geen nieuw bloed en bloedtransfusies slaan niet aan. Op de revalidatieafdeling van het verpleeghuis waar ze na een infectie verbleef stond ze bekend als een betrokken dame. Het liefst deed ze dingen zelf en waar mogelijk hielp ze anderen. Tot voor kort trof ik haar keurig aangekleed in de stoel aan, maar inmiddels is de kleinste handeling al een serieuze onderneming. Een bezoek aan de kapper is daarom uitgesloten. Tot haar grote vreugde kan de kapper naar Bardo komen.
‘Ja moppie, dit belangrijke moment wil ik natuurlijk niet missen,’ zeg ik met een kwinkslag. Onze voornamen hebben we gaandeweg ingeruild onder het motto ‘as ‘t beessie maar een naam heb’.
‘Moet jij ook?’ ze maakt met haar gerimpelde vingers het gebaar van de schaar, ‘even je kuifje bijwerken.’
Ze doet me lachen, zoals ze me dat vaker laat doen. Ik aai over mijn uitgedunde haardos. ‘Heb ik het nodig dan?’, zeg ik met een glimlach. Zonder het antwoord af te wachten vervolg ik, ‘ik had je eigenlijk niet meer uit bed verwacht… meestal lig je op bed onder een stapel dekens en een warme pittenzak bij je voeten.’
‘Ik kom er inderdaad weinig meer uit. Ik word al duizelig als ik opsta om naar de wc te gaan, maar ik wil het nog zo graag zelf doen.’
De geblondeerde kapster springt bij met advies, ‘dan moet je eerst langzaam je benen uit bed doen, even wachten en dan pas opstaan.’
Geen slecht advies, denk ik, maar dan moet je wel voldoende bloed hebben. Langzaam opstaan of niet zal in dit geval geen verschil maken.
‘Waarom vraag je niet om hulp als je naar de wc moet?’, vraag ik bezorgd.
‘Ik ben zo eigenwijs als een bak stront.’
En weer schiet ik in de lach. ‘Je wilt gewoon leven hè?’
‘Natuurlijk. Ik wil er gewoon bij blijven. Maar je hebt wel gelijk. Ik moet bellen voor hulp. Het is alleen niet mijn sterkste punt, je weet dat ik liever help dan dat ik geholpen wordt.’
Vol oog voor haar omgeving bleef ze erbij, steeds kijken waar ze kon helpen. Aan haar nachtkastje plakte de schoonmaakster dagelijks met plakband een vuilniszak voor pedaalemmers. Dat kon beter was haar bescheiden mening. Samen met haar schoondochter, die ze ‘haar allessie’ noemt, heeft ze via Facebook geld ingezameld. Dankbaar heeft Bardo een voorraad afvalzakjes met plakstrip in ontvangst genomen. Een duidelijke verbetering.
Ook over het naderende overlijden is ze gevat. ‘Ik kan het wel niet willen, maar het moet toch. En vergis je niet, we zijn allemaal net zo ver. Als jij straks je auto tegen een boom parkeert, kan het voor jou ook opeens gedaan zijn.’
‘En als dan je haar maar goed zit.’
‘En zo is het maar net, met een krul erin.’
Christiaan Rhodius, arts palliatieve geneeskunde, maart 2017