Bloemschikken
‘Storend is het, ronduit storend,’ zegt Kees met een groot dik vest aan. Een half jaar geleden zagen we elkaar voor het laatst. Nu gaat hij op het puntje van zijn stoel zitten en buigt zich voorover, alsof hij mij zijn klacht aan wil reiken en daarmee tastbaar wil maken. ‘Als de pijn op komt zetten, is dat op zich met de extra medicatie wel uit te houden, maar het belemmert me gewoon in mijn doen en laten. Het is nu een dagje op en een dagje af.’ Echtgenote Gerda, met wie hij al 52 jaar getrouwd is, zit naast hem en knikt bevestigend.
Ook zoon Richard knikt. ‘Storend…’ hij lacht, ‘je bent gewoon erg ziek, de uitzaaiingen zijn alleen maar gegroeid. Je zou ook iets anders kunnen zeggen.’
‘Hinderlijk dan. Bij vlagen heb ik het zo koud. Het lekkerste is dan in bed gaan liggen. Of met een kruik op de bank en Gerda dicht naast me. Ik moet mijn dag aanpassen aan de klachten. En dat terwijl ik nog zoveel wil.’ Zijn ogen sprankelen in zijn ingevallen gezicht. ‘Ik heb een rijk leven gehad vol geluk. En ik geniet nog steeds.’ Even is het stil. ‘Er zijn ook wel momenten dat ik het even niet zie zitten hoor. Dan heb ik een huilbui en daarna,’ zegt hij met zijn arm geheven, ‘trek ik mezelf gewoon weer omhoog.’
‘Je bent aan het rouwen,’ zeg ik.
Kees fronst.
‘Rouwen in de zin dat je een aantal dingen niet meer kunt, er afscheid van moet nemen. Een beetje als bloemschikken met steeds minder bloemen,’ probeer ik te verhelderen, ‘met de overblijvende bloemen toch een mooi boeket maken.’
Dit komt over, hij leunt ontspannen achterover.
‘Je bent een echte levensgenieter, he? Nog helemaal naar het leven toegekeerd.’
Hij knikt.
‘En nu word je gedwongen afscheid te nemen van het leven. Welke bloemen zijn voor jouw boeket essentieel?’
‘Ik ben een man van lijstjes, altijd plannetjes. Ik struin het internet graag af voor nieuwe muziek of boeken.’ Hij veert weer op. ‘Ik koop ook de wijn in. Drinken doet Gerda, ik ruik alleen nog maar.’
‘Niet dat ik opeens heel veel drink hoor,’ lacht Gerda verlegen alsof ze betrapt wordt.
‘Dat bedoel ik ook niet. Gewoon zonde dat ik niet mag drinken met de medicatie.’ Hij zucht. Vanuit het niets twinkelen zijn ogen weer, ‘op mijn 80ste verjaardag heb ik toch gewoon ‘bubbels’ gedronken.’
In de aanloop naar Pasen laat ik bij wijze van bezinning alcohol aan me voorbij gaan en dus ervaar ik nu op een compleet andere manier hetzelfde gemis.
‘Had je last van de bubbels op je verjaardag?’
‘Nee, hoor.’
‘Dan zou ik in deze fase gewoon genieten van de wijn. Een storende factor minder en een bloem in het boeket erbij.’
‘Wat heerlijk. Ik zal vanavond op je toosten!’
En ik later op jou. Op Pasen.
Christiaan Rhodius, arts palliatieve geneeskunde, maart 2018
Fotobron: Pexels/Arts arts and craft bloom blooming/CC BY-SA 2.0